Het risicoprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: de renterisico’s op de vlottende en vaste schuld, kredietrisico op de uitgezette middelen, koersrisico, liquiditeitsrisico, debiteurenrisico en valutarisico. In de huidige situatie is alleen sprake van de twee eerstgenoemde risico’s.
Renterisico's
Renterisico’s kunnen worden onderscheiden in:
- renterisico van de vlottende schuld (de kasgeldlimiet) en
- renterisico van de vaste schuld (de renterisiconorm).
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor we kortlopende financieringsmiddelen (looptijd < 1 jaar) kunnen aantrekken. De kasgeldlimiet stelt daarmee een grens aan het te lopen renterisico op de korte schuld. Als we de kasgeldlimiet overschrijden moeten we overgegaan tot omzetting naar langlopende schulden (looptijd > 1 jaar). We stellen de kasgeldlimiet jaarlijks vast. De kasgeldlimiet heeft een omvang van 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten. In onderstaande tabel staan de gegevens vanaf 2021. Voor 2021 betekent dit dat we tot een bedrag van € 5,7 mln met kort geld mogen financieren.
Toetsing kasgeldlimiet 2021
Kasgeldlimiet | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Omvang begroting | 66.730 | 67.685 | 67.538 | 66.149 |
Toegestane kasgeldlimiet: | ||||
In % van de grondslag | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
In bedrag | 5.672 | 5.753 | 5.741 | 5.623 |
Renterisiconorm
Net als bij de korte schuld is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten als gevolg van renteschommelingen bij lange financieringen een belangrijk uitgangspunt. Om de effecten van deze schommelingen te beheersen is in de wet Fido de renterisiconorm opgenomen. Deze norm
heeft tot doel renterisico’s op de vaste schuld te beheersen door het aanbrengen van een spreiding in de looptijden van de leningenportefeuille. Door de langlopende financiering te realiseren binnen de kaders van de renterisiconorm beheersen we het renterisico van de langlopende schuld op verantwoorde wijze. In de volgende tabel staan de renterisico’s met betrekking tot de vaste schuld.
Toetsing renterisiconorm 2021
Uit onderstaand overzicht blijkt dat onze gemeente in de komende jaren ruim binnen de gestelde normen blijft.
Renterisiconorm | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|
Berekening renterisico | ||||
Renteherzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verplichte aflossingen | 5.382 | 5.382 | 5.292 | 5.201 |
Renterisico op vaste schuld | 5.382 | 5.382 | 5.292 | 5.292 |
Renterisiconorm | ||||
Begrotingstotaal | 66.730 | 67.685 | 67.538 | 66.149 |
Vastgestelde % gemeenten | 20% | 20% | 20% | 20% |
Renterisiconorm | 13.346 | 13.537 | 13.508 | 13.230 |
Toetsing renterisiconorm | ||||
Renterisiconorm | 13.346 | 13.537 | 13.508 | 13.230 |
Renterisico op vaste schuld | 5.382 | 5.382 | 5.292 | 5.292 |
Ruimte + / overschrijding - | 7.964 | 8.155 | 8.216 | 7.938 |
Kredietrisico
Kredietrisico’s ontstaan enerzijds door het verstrekken van leningen en anderzijds door het verstrekken van gemeentegaranties. Het Treasurystatuut bepaalt dat uitzettingen en garanties alleen tot stand komen als zij een publieke taak dienen. Bij het beoordelen van verzoeken om leningen of garanties gaan we in elk geval nagegaan na of voor de sector waarin de organisatie werkzaam is een zogenaamd waarborgfonds bestaat.
Bij onze gemeente kan zich een kredietrisico voordoen bij de geldleningen aan NUON,
Vitens N.V. en een aantal verenigingen. De aan ambtenaren verstrekte geldleningen zijn voorzien van een hypothecaire zekerheid.
Renteschema
Renteschema | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|
Externe rentelasten lange financiering | a1 | -2.183 | -1.978 | -1.777 | -1.580 |
Externe rentelasten korte financiering | a2 | -10 | -10 | -10 | -10 |
A | -2.193 | -1.988 | -1.787 | -1.590 | |
Externe rentebaten over de korte en lange financiering | b | 160 | 121 | 82 | 71 |
Saldo externe rentelasten en rentebaten | B | -2.033 | -1.867 | -1.705 | -1.519 |
Doorberekende rente aan de grondexploitatie | c1 | 635 | 535 | 414 | 282 |
Doorberekende rente van projectfinanciering aan taakvelden | c2 | 583 | 655 | 702 | 698 |
De rentebaat van doorverstrekte leningen | c3 | ||||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | C | 1.218 | 1.190 | 1.116 | 980 |
Rente over eigen vermogen | d1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rente over voorzieningen | d2 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente | D | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente via renteomslag | E=A+B+C | -815 | -677 | -589 | -539 |
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente via renteomslag | F | 968 | 952 | 1.103 | 1.102 |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | G=E+F | 153 | 275 | 514 | 563 |
Uit bovenstaand schema valt het volgende op te maken:
De totale externe rentelasten over de huidige leningen en kort geld bedraagt € 2.193.000 We begroten de totale rentebaten op € 160.000 zodat de netto rentelast € 2.033.000 bedraagt.
Een bedrag van € 635.000 rekenen we toe aan grondexploitaties. Dit is 3,5% over de boekwaarde. Een bedrag van € 583.000 belasten we als rente projectfinanciering door naar de taakvelden riolering en afval. De netto rentelast bedraagt € 815.000. De boekwaarde van de activa voor de renteomslag bedraagt € 38.705.000.
De omslagrente is 2,11%. In de begroting is gerekend met een begroot omslagpercentage van 2,5%.
Het voordelig renteresultaat, het verschil tussen de 2,5% en 2,11%, bedraagt € 153.000 en komt ten gunste van het begrotingssaldo.
Beleggingen
Dit zijn beleggingen als gevolg van deelnemingen in de vorm van aandelen. Voor 2021 gaat het om deelnemingen in onderstaande partijen.
Bij de toetreding van de gemeente Mook en Middelaar tot de gemeenschappelijke regeling Dar zijn de aandelen herverdeeld. De gemeente Beuningen heeft 121 aandelen verkocht in 2020.
Beleggingen | Aantal aandelen | Boekwaarde 1-1-2021 |
---|---|---|
Bouwkas Noord Ned. Gemeenten | -- | 0,1 |
Voormalig B.A. Beuningen | -- | 0,2 |
Borgstellingsfonds Maas & Waal | -- | 0,3 |
Leisurelands B.V. | 5.148 | 5,1 |
Vitens N.V. | 24.035 | 24,0 |
BNG B.V. | 14.040 | 30,9 |
Dar | 3.462 | 275,3 |
Totaal | 8.731 | 336,1 |